Naar iets op zoek?

Maria

Author:

Ik wilde nooit mee naar de kerk vroeger. Maar ik moest.
Tot ik op de middelbare school zat. In de brugklas leerde ik bij geschiedenis over de evolutie. Ik vroeg mama welk verhaal nou wáár was. Zijn we geschapen door God, of stammen we gewoon af van de apen?
‘Dat moet je maar aan de pastoor vragen’, zei ze.


De zondag daarop zocht ik na de mis Meneer Pastoor op. Ik vroeg hem hoe het zat.
‘Je moet geloven wat je zelf denkt wat waar is’, zei hij.
Dat was een van de laatste keren dat ik naar de kerk ben geweest. Op een uitvaart of een bruiloft na, dan.

Mijn moeder is fan van Maria. De Heilige Maagd, welteverstaan.
Mijn moeder is geboren in mei. En als je vroeger geboren werd in mei, was je automatisch een Mariakind. Ik weet niet of dat de oorzaak is van haar liefde voor Maria, maar het zal wellicht meegespeeld hebben.
Ze is een echte die-hard.
Net als ik, heeft mijn moeder heimwee. Maar toch reist ze zo heel af en toe af naar Lourdes. Want ja. Dáár moet je zijn, als echte fan. Dichterbij Maria kun je niet komen, denk ik.

Het zit een beetje in de familie.
Jongste broer draagt al jaren t-shirts met haar beeltenis.
Hij heeft een altaartje in zijn woonkamer met een gigantische Maria onder een enorme stolp. Sinds kort staat daar ook Jezus naast.
De Maria stond op zolder bij Pa en Ma. De Jezus komt van de kringloop. Er staan kaarsjes omheen.
Ze staan daar geweldig, op zijn kast. Niet zozeer omdat hij er in gelooft, maar wel omdat ze prachtig zijn.
Aan zijn sleutelhanger hangt Christoffel.

Sinds een jaar of tien heb ik het ook.
Ik vind haar mooi. Zo vol van genade. Een beetje kitscherig ook wel.
Ze past zo leuk op mijn toilet. Tussen alle ‘mooie dingen van het leven’ die ik daar verzamel. Na elk Lourdes-bezoek van mijn moeder, wordt de collectie uitgebreid.
Langzaam neemt Maria mijn toilet over. Ik ben er blij mee.

‘Jullie mogen er nóóit mee spotten’, zegt mijn moeder altijd.
Maar dat doen we niet. Echt niet.

Op mijn slaapkamer staat een mooi beeld van Maria. Het is een echt antiek beeld.
Het was een kadootje voor mijn vormsel. Ik kreeg het van Tante Drika, de oude gelovige katholieke tante van mijn moeder.
Ik bedankte haar vriendelijk. Maar het deed me niet zoveel. Ik was vond m’n grote mensen-fiets veel leuker. En m’n nieuwe horloge.
Oma Kaatje was jaloers. Ze wilde Maria wel hebben. Of nou ja… lenen. Inclusief de twee vrome engeltjes die erbij hoorden.
Zo gezegd, zo gedaan. Maria en de engeltjes verhuisden naar oma Kaatje.
‘Als ik dood ben, krijg je ze weer terug’, zei oma Kaatje altijd als ik op bezoek kwam.
Ze hebben er bijna 30 jaar op de kast gestaan.

Als ik op de fiets zit, en een Mariakapelletje tegen kom, stop ik om een foto te maken.
Oh nee. Ik stop natuurlijk om kaarsjes aan te steken.
Ik bid niet; ik doe een wens. Want Oma Kaatje heeft ooit gezegd dat dat ook best mocht.

Van Moraal kreeg ik ooit een Maria-pen.
En na haar laatste vakantie bracht ze een prachtig katholiek relikwietje mee. Het is de Heilige Theresia van Lisieux.

Het is niet helemaal Maria… maar ze is wel bijna even mooi. Bijna.

Wees gegroet.

De foto bij dit verhaaltje is een werk wat gemaakt is tijdens RT Schilderen door een leerling uit mijn klas. 

Over mij

Ferme vrouw | schrijft verhaaltjes | (Sinterklaas)-theater | docente | concerten | festivals | heimwee | wielrennen kijken | sushi | kaas | rosé & thee

RECENTE BERICHTEN

Kamp

Waar ik dus totaal niet aan gedacht had toen ik ging solliciteren op mijn nieuwe baan, was het feit ...

Twitter