Nog nooit was ik in het stadion om een voetbalwedstrijdje te kijken. Tot gisteravond.
‘Ik ga naar ADO-PSV!’ riep ik uitgelaten tegen mijn pa. Hij keek verbaasd. ‘PSV-ADO bedoel je, denk ik?’
Want ja. Dat maakt wat uit. Thuis moet eerst. Heel belangrijk.
Onze school was uitgenodigd. Playing for Success bestaat 5 jaar. Ze doen mooie en goede dingen voor kwetsbare kinderen met ingewikkelde problemen. Aangezien mijn huidige klas vorig jaar dat programma gevolgd heeft, en er innige connecties bestaan tussen onze school en de organisatie, waren we invited voor het feestje.
Adjunct had al een paar collega’s benaderd, maar niemand kon. En ik stond op de reservelijst. Ergens onderaan, geloof ik.
Aangezien ik nog nooit een potje voetbal live had bekeken, en ik verder toch geen bal te doen had gisteravond, was ik een dankbare kandidaat.
Via de mail werd ons kenbaar gemaakt dat we in ‘gepaste kleding’ moesten komen opdraven.
Sportschoenen en sportkleding waren ten strengste verboden.
Ik heb maar één gepast jurkje. Heel verschrikkelijk leuk. Maar ja. Het is groen met gele spikkeltjes. Ik appte Pimke. Ze is een die-hard PSV-vrouw die tijdens wedstrijden altijd te vinden is op Oost. Ik vroeg haar hoe hard ik in elkaar getrapt zou worden als ik een groen jurkje aan zou doen.
Ze vond het geen goed idee.
Een half uur heb ik voor de kledingkast gestaan. Het is heel erg, maar ik heb dus niets gepasts in huis. Of nou ja… bar weinig.
Het werd een oude little black dress met een zeer gepast jasje. Doodsaai.
Het begon met een officieel gedeelte.
In de Luc Nillis-zaal luisterden we naar lovende woorden van Meneer de Directeur van PSV, Meneer de Voorzitter van Playing for Success, iemand van het ministerie van OC&W, de wethouder van onderwijs in Eindhoven en de projectleider van Playing for Success.
Ach. Wat zal ik er van zeggen. Ik ben niet van officiële gedeeltes. Gelukkig duurde het maar een half uur. En er was taart.
Daarna werden we naar de skyboxen gestuurd. Normaal kijk ik voetbal met chips en cola. Maar vandaag met wijn. En gesoigneerde worstenbroodjes van Houben. En die zijn Goddelijk. Echt.
Er waren veel mannen in pakken. En een paar vrouwen. Zeer gepast gekleed. Kekke dure jurkjes.
Het waren types. ‘Dure mevrouwen die bij dure meneren horen’-types.
Jan Douwe Kroeske was er ook. En Mark van Bommel. En naast ons zat een aardige meneer. Hij gaf geduldig antwoord op vele vragen. Vragen die ik normaal aan pa stel als ik met hem voetbal kijk. Vragen als ‘Mogen ze nou gratis een nieuwe speler inzetten?’ toen een geblesseerde speler van het veld getrapt werd.
Ik vroeg hem ook waar de ADO-supporters waren. Maar die waren er niet. Of nou ja… heel weinig. Een paar. Verstopt achter een plastic wand, ergens in een uithoek van het stadion.
Het duurde 49 minuten voor er gescoord werd. Dat is heel lang als iedereen van tevoren roept dat het ‘een eitje’ zou worden.
En toen was het feest. Het stadion ging uit z’n dak. Er werd gezongen en iedereen was blij. De meneer naast ons nog het meest.
Ik was onder de indruk. Geregisseerde massa. Ik hou daar van. Dat één persoon ervoor kan zorgen dat heel verschrikkelijk veel mensen allemaal precies hetzelfde doen. Gaaf.
Na de wedstrijd was er nog een borrel. De bitterballen lonkten. Maar helaas.
Adjunct kon een taxi krijgen naar haar woonplaats. Dus in goed overleg besloten we die borrel te skippen.
Maar hey! Het kan niet elke dag feest zijn hè?
Het was erg leuk.
We hebben gewonnen.
En ik wil best nóg een keer naar een potje voetbal gaan kijken.
Gewoon. Op de tribune. Met een spijkerbroek aan. En sneakers.
En nee. Ik word niet betaald door firma Houben.
Maar ze hebben wel de allerlekkerste worstenbroodjes. Ever.