Moraal en ik hebben het er al vaak over gehad. Wat als één van ons er niet meer is? Dat is natuurlijk een bijzonder treurig idee. We zagen Dick Swaab op TV. Hij vertelde over de ‘uitbox’. Dat is een doos, die nabestaanden tevoorschijn kunnen halen als je dood bent.
Daarin zitten dan wensen die te maken hebben met je afscheid. Zo kun je de kleren erin stoppen die je aan wilt als je dood bent. Je kan een playlist maken met muziek die je gedraaid wil hebben. Een lijstje met mensen die je er persé bij wil hebben. (Of persé niet). Een tekst voor je afscheidskaartje. Dat soort dingen.
Omdat wij ‘uitbox’ een stom woord vinden, hebben wij hem gebombardeerd tot ‘De Doos van Dick’.
Ja en daar moet je natuurlijk even over nadenken. Niet dat het zo heel veel uit maakt, je bent morsdood en merkt er niet zoveel van. Maar het is wel ‘handig’ voor de mensen die overblijven als jij er niet meer bent.
Lekker dat je alles al geregeld hebt. En dat niemand meer ergens over hoeft na te denken. Of beslissingen moet nemen die ze helemaal niet willen nemen.
Twee jaar geleden ben ik begonnen aan die ‘doos’. Ik heb een heel verhaal geschreven. Ik weet precies hoe het in mijn ogen zou moeten. Of nou ja… kunnen. Ik ben nogal een twijfelkont. En bij alles wat ik opschrijf denk ik: ‘Ach, ze mogen het ook wel zelf bepalen’.
Ik vind het meestal al gauw goed in het leven. En dat verandert natuurlijk niet als ik dood ben. Bovendien heb ik kleren uitgezocht, waar ik nou al niet meer in kan. Dus tja.
Ik ga er een beetje vanuit dat, wanneer ik dood ben, mensen echt enorm gaan treuren. Of nee, dat ze kapot gaan van verdriet eigenlijk. Dat ze niet meer in staat zijn nog helder na te denken. Dat ze niet meer fatsoenlijk kunnen functioneren in deze maatschappij. Dat ze een paar dagen rondlopen met zwarte zonnebrillen en zwarte sjaals om hun hoofd. Zoals de filmsterren dat doen. Intens verdriet. Dat hóórt erbij. Het zou gek zijn als we allemaal gewoon doorgaan. Toch?
Niemand mag de eerste paar dagen zeggen: ‘Lien zou niet willen dat we zouden gaan zitten treuren’. Want dat wil ze wél.
Na een dag of twee, drie, moet dat wel over zijn hoor. We moeten ook realistisch blijven.
Ik wil dat mensen afscheid van mij kunnen nemen wanneer ze willen. Ik stel me een soort ‘inloop’ voor. Gewoon. Gezellig in de woonkamer. Ik wil een feestje. Met hippe hapjes, bitterballen, en een drankje. En leuke muziek. Kleine Broer moet de catering verzorgen. En Middelste Broer moet een playlistje maken.
Moraal moet een verhaal houden over ‘hoe verdrietig iedereen is’ en met de vraag ‘hoe het nu verder moet’ zonder mij.
En dan, als het feestje afgelopen is, moet iemand met een busje mij komen halen. Zodat niemand hoeft te zien hoe ik de oven in ga, of de grond. Dat is altijd the hardest part.
Kijk. Begrafenissen zijn gedoe. En ik hou niet van gedoe. Er wordt verwacht dat nabestaanden het graf onderhouden en voorzien van kitscherige bloemstukken, gedichtjes of fotootjes in een héél fout lijstje. Er moeten grafrechten betaald worden en als je niet oppast lig je naast een eikel. En dat voor de rest van je dood!
Ik moet er niet aan denken.
Natuurlijk is het fijn voor de mensen om nog een keertje langs te komen op een warme zomerdag, nadat ze bij de Dames nog een ijsje gehaald hebben. Dat snap ik.
En natuurlijk zou het mooi zijn, als iemand zich af en toe hysterisch van verdriet op mijn graf werpt. Het liefst als het regent. Lekker dramatisch. En dan onbedaarlijk janken tot je in slaap valt.
Maar ik denk toch dat het geen begrafenis wordt. Te veel gedoe.
Maar wat dan?
Ik heb overwogen mijn lichaam beschikbaar te stellen aan de wetenschap. Maar dan kan dat hele feestje niet doorgaan. Dan moet ik binnen 24 uur ‘verwerkt’ worden. Ongezellig. Héél ongezellig.
Cremeren lijkt me dan het meest logische alternatief. Maar dat is eng. Want dat ken ik niet. Ik heb nog nooit een crematie meegemaakt. Ik ben op zich wel een warm mens. Ik stook mijn kachel in de winter vrolijk op tot 26 graden. Ik hou enorm van een lekker warm bedje. Maar verbranden?
Aan de andere kant… opgeruimd staat netjes. Een urn met as. Dat klinkt wel héél erg als geen gedoe.
Maar dan wil ik daarna wel bij iemand op de schouw staan. In een artistiek verantwoorde, hippe pot. Kies maar iets wat leuk bij het interieur past.
Alle details zitten in de doos. Moraal weet het wachtwoord van het bestand. Er staat een lijstje in met muziek die ik wil horen. En de tekst voor op het kaartje is al klaar. Maar mócht ze dat wachtwoord vergeten… Jullie mogen verder eigenlijk alles zelf bepalen.
Nou ja, alles…
Ik zou zeggen: Maak er wat leuks van.
Niet in de kerk. En géén natte cake.