Op de dag dat ‘Koffietijd’ haar laatste uitzending had en Olga Commandeur haar laatste stapjes op televisie zette, diende ik mijn ontslag in.
Na twintig jaar ga ik de leukste school van het land verlaten.
In twintig jaar zijn honderden leerlingen in vele soorten en maten aan mij voorbijgetrokken. Stille, lieve, hardwerkende, altijd-hun-huiswerk-afhebbende, brave exemplaren. Brutale, scheldende en tierende, geen-zin-om-iets-voor-school-te-doeners. Strafontlopers, moraalridders, gewetenloze criminelen in de dop, fotomodellen en topsporters in spé, aanstormende zangtalenten, of hele gewone doorsnee kinderen.
Ik maakte ze mee in zomers en winters. Gewoon, tijdens de lessen en in de pauzes. In hun gewone kloffie. Sokken in badslippers. Jongens met Louis Vuttontasjes onder de oksel en hun broek op half 11. Meiden met handtassen, opplaknagels en valse wimpers. Maar ook tijdens bijzondere momenten als gala’s, kampen, disco’s en sportdagen. Op stiletto’s in schitterende glitterjurken. (Niet ik he? De leerlingen.)
Soms waren ze heel boos of gefrustreerd. En wie moest het dan bezuren? Juist. Ik. Ik ben uitgemaakt voor kutwijf, rotte vis en trut. Er zijn heel wat deuren keihard in mijn gezicht dichtgegooid. Er is heel veel gepraat en uitgehuild. En natuurlijk ook weer goedgemaakt.
Mijn lokaal heeft geroken naar natte hond, puberzweet en Oriëntaalse keuken met frituur.
Ze noemden me juf, mama en een heel enkele keer oma of papa. Ik weet niet zo goed waarom.
Ze waren écht leuk!
Mijn ontslag is ingediend. En daarmee ga ik ook collega’s heel erg missen. De oude rotten in het vak en de frisse nieuwe winden. De mopperkonten en de vrolijke stuiterballen. De kletsers en de stille wateren. De denkers en de doeners.
De een stond dichterbij dan de ander. Maar allemaal zijn ze me even dierbaar.
Ze hebben me veel geleerd, overal meegeholpen. We hebben keihard gelachen. Er is getroost en opgevrolijkt. Gesteund in goede en slechte tijden. Ze waren bakens en rotsen.
Kijk. Leerlingen blijven altijd leuk. Of ik nou in Eindhoven werk, of in Bladel. Ze dragen daar hooguit wat vaker klompen in plaats van badslippers. En ze komen met de trekker naar school in plaats van met de fiets.
Daar kom ik wel overheen.
Maar die collega’s, dat valt nog te bezien. Hopelijk zijn ze daar nét zo bevlogen en lief als ik ze in de afgelopen 20 jaar heb meegemaakt.
Want dan komt alles goed.