Vrijdag was ik per ongeluk getuige van een interview.
Ik wist niet dat het ging gebeuren hoor. Ik ging zomaar even langs bij Pa en Ma.
Er kwam een journalist. Voor een stukje in de krant. Maar écht he? Niet zomaar in een huis-aan-huisblaadje. Nee… in de échte krant.
Opwinding alom. Niet zozeer bij m’n vader. Die is de rust zelve. Altijd.
Maar wel bij mij.
Aanstaande maandag is mijn vader 40 jaar Keizer van het gilde. Dat betekent dat ik ook al bijna 40 jaar Sissy ben. Een grapje van een gildebroeder.
Toen vond ik het verschrikkelijk. Nu kan ik er om lachen.
Het was in de kroeg. Alweer 15 jaar geleden, denk ik. Het gilde had een feestje. Tig gildebroeders in mooie statige pakken zaten dat te vieren in het café. Dat is met veel bier, jenevertjes en dikke sigaren. (Je mocht toen nog roken in de kroeg).
Toen ik nietsvermoedend binnen kwam, riep één van de gildebroeders (God hebbe zijn ziel) heel hard door het café: ‘Och, daar zulde ze hebben. Sissy!’.
Het werd even stil. En toen keek iedereen me aan en begon te roepen. ‘Sissy, Sissy!’ De mannen hadden al wat op, en vonden zichzelf erg grappig. Het was een warm welkom, zullen we maar zeggen.
Ik kon wel door de grond zakken. Nou ja, dat kon ik niet. Maar dat zou ik graag gedaan hebben.
In die tijd had ik nog een afkeer van alles wat met ‘de Guld’ te maken had. Omdat mijn vader Keizer is, en ‘de Guld’ er nogal wat rituelen op na houdt, was het bij ons thuis regelmatig te doen.
Elk jaar opnieuw, als het kermis in ons Dorp was, stonden ze met het hele circus, inclusief tamboers en vendeliers voor ons huis. Er werd getrommeld en geroepen. Héél verschrikkelijk vroeg. Om de Keizer te wekken. En daarmee ook zijn hele gezin. Ik kon wel janken.
Ik schaamde me er altijd een beetje voor. Of nou ja, een beetje… Ik schaamde me kapot eigenlijk.
Ik was puber. En dan doen je ouders sowieso al raar. Maar als er dan voor je huis een soort van folkloristische happening plaatsvindt, waarbij de hele buurt uitloopt, dan wil je het liefst van de aardbodem verdwijnen. En als je vader dan ook nog met een pak aan, een kroon op, en heel veel zilver op z’n buik door de straten van je Dorp gaat lopen… ja dan is het hek natuurlijk van de dam.
Mijn hemel, wat vond ik dát verschrikkelijk. Ik heb wat af gemopperd. Maar m’n vader liet zich daardoor natuurlijk niet uit het veld slaan.
Gelukkig maar. Want zoals met veel dingen, ben ik hierin ook wat milder geworden. Ik snap nu dat het zijn grote hobby is. Of z’n levenswerk. Ik weet eigenlijk niet wat het is. Pa is nu 66 jaar. Een lange, mooie man. Sommige mensen noemen hem ‘de Grote Grijze Keizer’. Een precies goed gekozen bijnaam.
Ik hoorde mijn vader tegen de journalist zeggen dat hij over 2 jaar zijn 50-jarige jubileum bij ‘de Guld’ viert. Dat betekent dat hij al op z’n 18e lid geworden is. Dan kan je wel spreken van levenswerk denk ik. Van passie en bedrevenheid. Van ziel en zaligheid. Van Hobby met een grote H.
Het interview zal binnenkort in de krant komen. Hopelijk pikt de journalist er de mooiste dingen uit. De verhalen van vroeger. Over boodschappen op suikerbuiltjes en andere leuke anekdotes. Met een foto. Zoals dat hoort.
Aanstaande maandag wordt mijn vader gehuldigd. Niet mijn favoriete feestje.
Maar ik zal er zijn.
Net als vroeger. Maar dan zonder te mopperen.
Zoals een echte Sissy betaamt.