Vorig jaar rond deze tijd heb ik besloten mijn tandartsverzekering uit mijn pakket te gooien.
Het scheelt 24 euro per maand en aangezien ik nooit wat had bij de tandarts, leek me een besparing van 288 euro best de moeite waard.
In januari moest ik een vulling laten vervangen omdat er een scheurtje in zat.
Tijdens de jaarlijkse controle in april gaf ik aan wel pijn te voelen bij warm/koud aan de kies die eerder een nieuwe vulling had gekregen. Ik dacht haast zeker dat ik een gaatje had. De tandarts stelde me gerust. Het was ‘maar’ een blootliggende tandhals. Laagje spul erop. Klaar.
Maar de pijn bleef.
Het deed natuurlijk al een paar maanden zeer, maar schijtert die ik ben… ik wilde niet terug naar de tandarts.
Het ging tenslotte nog wel. Ik had alleen ’s nachts last en als ik eenmaal wat gegeten had viel het wel mee. Oh stoere ik. Ondertussen slikte ik paracetamol. Want anders was de pijn niet te harden.
Vorige week werd ik wakker met een dikke, hangerige, papperige wang.
Niet zo charming en bovendien werd de pijn met het uur helser.
Er stonden negen Sinterklaasvoorstellingen op het programma dat weekend. No way dat ik tandpijn of ander leed kon gebruiken. Ik dacht aan een quote van Marc-Marie Huijbregts in één van zijn shows. ‘Maar zo ga ik met jou het weekend niet in!’
Ik belde de tandarts en kon terecht.
Ik kreeg een wortelkanaalbehandeling. De tandarts deed live verslag. ‘Oh, er komt een enorme hoeveelheid pus en rotzooi uit!’
Ze leek euforisch. Ze boorde een gat en poerde als een dolle. Ze vijlde en sleep. Ze propte er een noodvulling in en ik kon er weer tegen.
Ik vroeg nog wat ik moest doen als de pijn dat weekend terug zou komen. ‘Oh, zei ze, dan pak je een naaldje of een spijkertje en wip je de noodvulling er gewoon uit. Dan gaat de druk eraf. En dan doet het geen pijn meer. Wel even de weekendtandarts bellen daarna!’
Ik gruwelde bij het idee dat ik met een spijker in m’n holle kies moet gaan zitten poeren. Maar ze had mijn dag gemaakt. En ik was haar dankbaarder dan ooit. Ik kon haar wel kussen. Maar dat deed ik natuurlijk niet. Ze was erg lief en de pijn was weg. Heerlijk.
Precies een week later, afgelopen donderdagavond in de bioscoop, beet ik met een hard ongepopt popcorntje een stuk van een (andere) kies af. Kak.
Het deed geen zeer. Ik voelde geen scherp randje. En ik zou over 12 dagen toch terug moeten om de wortelkanaalbehandeling af te maken.
Ik googlede om te kijken of het kwaad kon niet naar de tandarts te gaan.
Helse verhalen op mijn netvlies. ‘Toch maar even bellen morgen,’ dacht ik nog.
Zo gezegd, zo gedaan. De assistente verzekerde me dat het geen kwaad kan om te wachten tot de 23e. Naast de wortelkanaalbehandeling die nog ‘afgemaakt’ moet worden, gaat dan ook wat gebeuren met de afgebroken kies. ‘Maar als het pijn doet, of dik wordt, moet u meteen bellen’. Ik beloofde het plechtig.
‘Ok. Dan zien we u over 2 weken. Er staat een uur voor u ingepland, mevrouw’.
Een uur! Daar gaat m’n eindejaarsuitkering.
Ik kan wel janken.