Etentjes bij iemand thuis zijn altijd leuk. Vooral als iemand écht z’n best doet.
Vorig jaar op een warme zomerdag vleiden Rendier en Tuinkabouter (TK) zich naast ons op de loungeset van een terras in ons mooie dorp. Rendier kende ik al, TK nog niet. Zij had een rode jumpsuit aan. Heel hip.
We bestelden een fles Prosecco en begonnen met de kennismaking.
TK is manager op een school. Een school voor bijzondere kinderen. Samen met Rendier heeft ze er zelf ook twee, maar ze heeft geen Facebook dus haar kinderen waren nog nooit in mijn timeline voorbij gekomen. Heerlijk.
Er werden een paar flessen Prosecco soldaat gemaakt en de vriendschap was beklonken.
We zien elkaar niet zo vaak. Maar áls we elkaar zien, is het janken.
Janken ja. Want dat is vriendschap he? Dat je af en toe lekker jankt. Van vreugde of verdriet.
Toen TK, Moraal en ik weer een date wilden plannen, nodigde Rendier ons uit voor een exquise diner.
Hij zou voor ons koken en Silencio wierp zich op als sommelier.
Silencio is de man van Moraal. Hij is geen prater, maar een denker. Hij is eigenlijk van de Wiskey. Of whisky. Want dat maakt iets uit. Hij weet er alles van en maakt studiereizen naar het buitenland om zich te verdiepen in de materie. Hij kickt op het geluid van de Wiskey die in een glas geschonken wordt. Kloekloek. Ik kan dat niet zo goed beschrijven. Daar moet je bijzijn. Dat moet je ervaren.
Er hangt een Gios uit 1970 aan de muur in zijn huiskamer. Dat is een fiets. Heel artistiekerig.
Rendier is een leuke man. Hij houdt ook van fietsen. Hij is iets creatiefs qua beroep en kan vreselijk lekker koken. Maar écht. Met heel veel ingrediënten en verschillende kooktechnieken en zo. Hij doet dingen die in mijn hoofd niet opkomen. En hij maakt écht alles zelf. Zonder pakjes of zakjes. Knap he?
De ontvangst was hartelijk. En het eten voortreffelijk.
Zo’n maaltijd waar je U tegen zegt. Dat je bij iedere hap zo’n smaaksensatie beleeft. En dat je dan ‘ooh’ en ‘aah’ en ‘hmmm’ roept.
Als mensen dat op TV doen denk ik altijd: ‘Stel je niet zo aan’. Maar nu deed ik het zelf ook.
Eerst 3 verschillende soorten bruchetta’s. Toen een met iets lekkers gevulde Portobello. Daarna risotto met échte truffel uit Italië. Gevolgd door Goddelijke Kip Cacciatore. Gemaakt van kippendijen die dan drie dorpen verderop gehaald zijn. Want dat zijn de beste. Met gegrilde groenten als bieten, pompoen, wortel en pastinaak.
Pastinaak! Dat bedenk je niet he?
Om half 12 was het tijd voor het toetje. Nou ja, ‘toetje’ moet ik het eigenlijk niet noemen.
Het was een volwaardig hoogstaand dessert. Het heette ‘Herfsttiramisu’.
Met appeltjes gekookt in Calvados. En versgebakken crumble. Hoogtepunt nummer zoveel.
De sfeer was geweldig. De muziek was goed.
En er is, voor de eerste keer sinds we elkaar zagen, niet gejankt.