Naar iets op zoek?

Kijk mij nou.

Author:

Lang, héél lang geleden, ben ik heel veel afgevallen. Ik was humongous dik. Maar van die verloren kilo’s waren er alweer heel wat teruggekomen.
Het kon echt niet langer. De zomer kwam eraan. Te warm dus, voor mijn allesverhullende dikke vesten. Ik zou weer shirtjes en jurkjes aan willen.
Kansloos.
Er moest wat gebeuren. Echt.

En zo geschiedde.
Stiekem begon ik met afvallen. Ik had niemand wat verteld. Ik ben geen doorzetter. Ik ken mezelf: als ik het wereldkundig zou maken, zou ik waarschijnlijk na een paar weken weer op moeten biechten dat mijn zoveelste poging niet gelukt was.
Iedere keer als ik taart zou eten, zou ik weer moeten uitleggen dat ik daar ‘gewoon zin in had’ en verantwoording af moeten leggen. Geen zin in. ‘Wat niet weet, wat niet deert’, dacht ik nog.

‘Voor de gein’ ging ik met collega’s sporten in het fitnesslokaal.  Na school.
Dat was bij voorbaat natuurlijk al ongeloofwaardig. No way dat ik ga sporten ‘voor de gein’. Nog in geen 25 jaar.
Ik heb een oprecht diepgewortelde hekel aan sporten. Dat komt omdat ik het niet kan.
Nog nooit had ik dat gelukzalige gevoel wat anderen altijd wél hebben. Dat je helemaal kapot bent, jezelf helemaal afgepeigerd hebt tot op het bot, en dan zegt: ‘Ooh dat was héérlijk!’ Nee. Nooit.
Ik kan me ook helemaal niet voorstellen, dat mensen nog even ‘lekker’ gaan sporten na het werk. En dat ze chagrijnig worden als ze niet mogen of kunnen. Onbegrijpelijk.

Ergens in een ver grijs verleden heb ik, in een vlaag van verstandsverbijstering, fitnesschoenen gekocht. Ik heb het hele huis afgezocht. In een doos op zolder vond ik ze terug. Ze hadden natuurlijk niks geleden dus ik kon vooruit. Online bestelde ik een joggingbroek maat XXL. Ik was er klaar voor. Materiaal-technisch gezien dan.

Het ging verschrikkelijk moeizaam.
6 minuten op de crosstrainer was een ramp. Kets-kapot was ik. Schandalig eigenlijk. Maar oké. Ik dééd tenminste wat.
Als ik met mijn opgeblazen rode kop stond te hijgen na die paar minuten spraken mijn collega’s me moed in. ‘Het gaat goed Lien! Over een poosje kan je echt wel langer’. Ik zag het nog niet zo gebeuren. Maar het was gezellig (in de kleedkamer dan he?)
Er verschenen zweetdruppels. Tastbaar bewijs van mijn inzet. ‘Heel goed’, riep ik in gedachten tegen mezelf. ‘Ga zo door’.
Inmiddels kan ik, als ik heel goed m’n best doe, 40 minuten. Niet op een olympisch tempo natuurlijk, maar toch.

Ondertussen bedacht ik dat minder eten ook een optie zou zijn.
Ik moest afkicken van de suiker en het vet wat ik dagelijks tot me nam. Ik kreeg hoofdpijn en werd serieus chagrijnig.
Dagelijks dacht ik wel 20 keer aan M & M’s en chips. Maar ik gaf er niet aan toe.
Na een week werd het beter. Oh. En ik was ook gestopt met het drinken van Coca Cola light. Ik drink alleen nog groene thee en water. Kortom. Ik doe alles wat verstandig is. Ik eet groente en fruit. Ik snoep bijna niet meer. Maar… never change a winning team. Chocola en bitterballen mogen altijd. En rosé natuurlijk. Want daar heb ik er werkelijk geen één van laten staan. Oh en kaas. Dat mag ook. Nee, niet van de dieet-goeroes. Maar wel van mezelf.

Langzaam maar zeker viel ik af.
Min 5, min 7, min 9. En op een dag,  12 weken nadat ik begonnen was, was ik 10 kilo kwijt.
Lien min tien. Waauw. Ik was blij.
Maar niemand zag het. Niemand. Of tenminste… niemand zei er wat van. En mijn kleren pasten ook nog gewoon. Die zaten eerst veel te strak, en nu ‘gewoon’.

Zucht.

Maar ik zette door.
Een paar weken geleden druppelden de eerste complimenten binnen. ‘Eindelijk’, dacht ik nog. Ik schafte een nieuwe garderobe aan. Dat was nodig. En fijn.

Vorige week kocht ik een paar hardloopschoenen.
Ik ben begonnen met ‘Get Running’ (Een aardige Engelse mevrouw die me vriendelijk zegt wanneer ik mag lopen en mag wandelen.)
De eerste week moet ik 8 x 1 minuut.

Eén minuut. Als je gratis mag winkelen is het NIKS. Maar als je moet hardlopen… ik dacht dat ik dood ging. Echt. Nou ja, niet de eerste twee minuten. Maar de derde wel. En dan is acht keer één minuut de hel op aarde.

Ik schaam me dood natuurlijk. Ik bedoel… een Ferme Vrouw in een sporttenue is nou niet het allercharmantste wat je kan bedenken. En dan die geluiden. Zucht. Kreun. Poepoe.
Hardlopen is prima. Maar wel incognito. Met een pet en een zonnebril. In de bossen. Daar, waar niemand me ziet.
Tegen de tijd dat ik fatsoenlijk een eind kan hardlopen, zonder wandelen en astmatisch hijgen, ga ik me op de harde weg begeven.

Het zal vast nog een hele poos duren.

Trouwens… vanochtend gaf de weegschaal min vijftien aan.
Lien min vijftien.

Halleluja.

Over mij

Ferme vrouw | schrijft verhaaltjes | (Sinterklaas)-theater | docente | concerten | festivals | heimwee | wielrennen kijken | sushi | kaas | rosé & thee

RECENTE BERICHTEN

Kamp

Waar ik dus totaal niet aan gedacht had toen ik ging solliciteren op mijn nieuwe baan, was het feit ...

Twitter