Sophie stuurde me een linkje. Linda Magazine zocht mensen met gruwelijke, ziekmakende heimwee.
Ik voelde me natuurlijk meteen aangesproken. Maar om nou meteen in de Linda te gaan staan? Ik wist het niet.
De Linda. Met een oplage van 200.000 exemplaren. Eh… dat is best veel.
Ik besprak het met intimi. ‘DOEN!’ riepen ze meteen. ‘Das leuk!’
Ik was nog niet overtuigd. Wel/niet/wel/niet. De Labiello in mij nam de over hand. ‘Nee. Ik doe het niet. Of…toch maar wel?’
Ik twijfelde een hele dag.
In een vlaag van verstandsverbijstering stuurde ik toch een mailtje. Met alleen m’n naam. En dat ze mij zochten.
In de bijlage stopte ik mijn verhaaltje over heimwee.
Een paar dagen later kreeg ik een tweet van een Mevrouw van de Volkskrant. Ze is een reportage aan het maken over heimwee.
Ze had mijn verhaaltje gelezen en vroeg of ik mee wilde werken. Het zou gaan om een interview.
Het mocht anoniem.
Das ook toevallig. Twee keer in twee dagen word ik benaderd om te vertellen over mijn heimwee.
Why?
Ik vroeg hoe de Mevrouw van de Volkskrant aan mijn verhaaltje kwam. Ze vertelde dat ze het gevonden had via Google, toen ze research deed.
Ondertussen mailde Linda terug. Nou ja, niet Linda herself natuurlijk, maar een afgezant. Ze vertelde dat er veel, héél veel reacties waren, en dat er een selectie moest komen.
Ik moest wel een foto doormailen. Dan kon de beeldredactie aan de slag.
Don’t call us, we call you. Dat idee.
Ik liet het varen. Zoveel aanmeldingen. Geen schijn van kans. En misschien maar goed ook. Want ja. Het is toch de Linda hè. Geen kattenpis.
Ondertussen maakten de Mevrouw van de Volkskrant en ik een afspraak.
Aanstaande woensdag komt ze langs voor een interview.
Ik had er niet meer op gerekend. Maar vrijdagmiddag werd ik gebeld door de Mevrouw van Linda Magazine.
Ik zat met Moraal op het terras aan de rosé. Het lange Pinksterweekend moest nou eenmaal even ingeluid worden.
‘Gefeliciteerd,’ zei ze, ‘Je bent één van de zes. Je mag in de Linda’.
Ik werd er zenuwachtig van. Ik stamelde nog zoiets van ‘oh, wat leuk,’ en ik beloofde terug te bellen.
En zo geschiedde. Dinsdag is het interview. En komende week moet ik ‘ergens’ naar Amsterdam.
Voor een fotoshoot.
In de Linda en de Volkskrant. Mijn hemel.
Waar ben ik aan begonnen?
Ik ga nog maar even oefenen. Op m’n fotogezicht.