Meer dan de helft van de klas was afgelopen donderdag niet op school.
We hadden drie zieke leerlingen, en de rest vierde offerfeest.
De zes leerlingen die er wél waren, vonden het oneerlijk dat zij wel naar school moesten, en de moslimkinderen niet. Met Kerstmis waren de moslims tenslotte ook gewoon vrij. En met Pasen ook.
Het was hard, oneerlijk en buitengewoon gemeen.
De klas bestaat voor 38% uit buitenlandse kinderen. Ze komen uit Sri-Lanka, Bosnië, Turkije, Marokko. Het is over het algemeen een leuke klas. Ja natuurlijk, er is wel eens ruzie en gedoe. Maar nooit vanwege huidskleur, ras of geloof.
De klas stelde voor om er dan maar een ontspannen dagje van te maken.
We besloten ook te gaan offeren. Zuivere lestijd, welteverstaan.
We gingen film kijken: Ciske de Rat.
De populairste gast van klas had hem al eens gezien. Hij vond hem ‘vet’. Dat is altijd fijn, want als één schaap over de dam is, volgen er meer.
Uit volle borst zong hij ‘Krijg toch allemaal de kolere. Val voor mijn part allemaal dood!’ Hij stak daarbij vol overgave z’n middelvinger op. Naar mij welteverstaan.
Ik rekende het goed.
De film maakte best veel indruk. Ciske de Rat wordt uit huis geplaatst. In onze klas zitten ook twee leerlingen die niet meer thuis wonen. We kwamen tot de conclusie dat ‘de groep’ er tegenwoordig veel beter uitzag dan in 1934 (het jaar waar de film Ciske de Rat zich afspeelt). Ze moesten er niet aan denken met 20 man op 1 slaapzaal te liggen. Gestraft te worden met zweepslagen. Corvee hebben en op je knieën de vloer schrobben. En te moeten slapen, met de handjes boven de dekens. (‘Waarom is dat, juf?’)
In de film komt ook huiselijk geweld voor. Erg genoeg ook een herkenning voor de leerlingen. Net als gescheiden ouders en heksen van moeders. Vaders die lang van huis zijn, of zelfs helemaal nooit meer terugkomen.
Ciske de Rat rookte sigaren en luisterde niet naar volwassenen. Hij was brutaal, maar toch ook heel lief. Hij hielp een gehandicapt jongetje en kwam een hoop liefde van zijn moeder tekort. Hij werd gepest omdat hij zo klein was. De sympathie was al snel gewekt.
Na afloop was er genoeg gespreksstof. De film heeft de kinderen best geraakt. We praatten over schuldgevoelens, uithuisplaatsing en straatkinderen.
De kids vroegen zich af of je ooit je moeder zou kunnen vermoorden. ‘Zou jij je moeder slaan?!’ De waarden en normen vlogen door het lokaal.
Schelden op je moeder mocht wel. Doodmaken niet. Niet zozeer vanwege het verdriet wat je dan jezelf en anderen aan doet, wel vanwege het feit dat je dan in het gevang moest. Zonde van je jeugd.
Maar school is óók zonde van je jeugd. En huiswerk maken ook.
De groepscohesie steeg tot grote hoogte.
Ik weet niet meer precies hoe het ging, maar van moedermoordenaars kwamen we uit bij asielzoekers. Het enige nog aanwezige meisje vond dat ze welkom waren. De meeste jongens maakte het niks uit of ze wel of niet kwamen.
En van twee jongens moesten ze maar naar een land waar meer plek was. Rusland of zo. Of in de woestijn in Afrika.
Het was een leuke dag. Er was geen gedoe. Er is niemand de les uitgestuurd.
Ja hoor. Zo kan het ook.
Het was het offeren van zuivere lestijd méér dan waard.