Ooit kreeg ik van mijn ouders een bank. We liepen Montél binnen en ja hoor, daar stond hij. Ik was er meteen verliefd op.
Een schattig panterprint bankje met lieve pootjes en mooie rondingen.
Ik hoefde er niet eens op te zitten. Ik wist meteen dat het de mijne was. Hij paste prima in ons huis. Ik vond stijl belangrijker dan comfort.
Het is een degelijk bankje. De plek waar ik altijd zat is niet te onderscheiden van de rest van de bank. De bekleding is nog goed en er zitten geen vlekken of plekken in.
Ik heb hem altijd keurig gestofzuigd en zo.
Dat het een kutbank was, bleek al snel. Ik kon er niet fatsoenlijk op liggen want hij was te kort, de armleuningen waren te hoog en het materiaal was hard.
Jarenlang zat ik er in m’n eentje op. Dat was geen probleem. Hij zat prima zolang ik maar rechtop bleef. Bij elke poging van ‘liggen’ of ‘hangen’ was het beter om me te verplaatsen naar bed.
Er kúnnen wel twee mensen op… maar dat is niet gezellig want je moet braaf naast elkaar gaan zitten. Als één van de twee wat draait, kun je je benen niet meer kwijt.
Ik dacht al een hele lange poos aan een nieuwe bank. Kennelijk was de urge niet groot genoeg.
Nu Lief in m’n leven is, is de behoefte aan een lekkere bank tot in de hemel gerezen. Hij heeft een heerlijke bank. Ik wilde dat ook.
Er moest en zou een nieuwe.
We besloten door de zure appel heen te bijten en naar de meubelzaak te gaan. Of eigenlijk wel naar 10. We struinden ze allemaal af. En toen vonden we een leuke.
De Mevrouw van de Meubelzaak ging er eens goed voor zitten. Ze bood ons échte Douwe Egberts koffie met een sjieke bonbon aan. Ze haalde wat papieren, wat stalen, een mapje en een oldskool rekenmachientje.
Onderhandelen kan ik niet. Lief gelukkig wel. Het viel allemaal niet mee. Hij liet de Mevrouw van de Meubelzaak een paar keer naar achter lopen.
‘Ik mag deze beslissingen niet zelf nemen’, zei ze dan. ‘Ik moet even een mevrouw bellen’.
Als stieren in de arena stonden we tegenover elkaar. De Mevrouw van de Meubelzaak en wij. Met een andere mevrouw er tussen.
En dan liep ze weg. Om te vragen of de huppeldepupbijdrage er af mocht. De tweede keer dat Lief haar liet lopen, was omdat de bank 3,5 zits was en de Mevrouw van de Meubelzaak bedacht had dat we dan toch voor 4 zitplaatsen de protectiecoating moesten betalen. Lief zag liever dat ze een bedrag voor 3 zitplaatsen rekende, of nog liever twee. Maar dat was ijdele hoop.
Het duurde en duurde. Volgens mij ging ze helemaal niet bellen. Volgens mij ging ze gewoon facebooken. Of een potje patiencen op de PC. Haar nagels vijlen. Plassen. Koffie drinken. Haar haar kammen. Haar tanden flossen.
Toen ze terug kwam kregen we een hand.
‘Ze gunt u de bank. We hebben een deal’.
Lief lulde 160 euro van de prijs af. Een schijntje van het totaalbedrag. De Mevrouw van de Meubelzaak deed alsof we de beste deal van ons leven gemaakt hadden. Zo eentje die de economische crisis zou doen eindigen.
Toen we weggingen kregen we een fles wijn.
Die bewaren we voor als de bank er is. Want als we dan knoeien, dan rolt het zó van de bank af… Leve de protectiecoating.
Het panterprintbankje is te koop. Hij hangt en ligt verschrikkelijk maar gewoon zitten is prima. Er zit geen protectiecoating op.
De kwaliteit en degelijkheid zijn perfect. En hij is bovenal schattig en prachtig.
Met pijn in m’n hart gaat hij eruit.
Interesse, iemand?