Eén van de dingen die ik NOOIT zou doen, is eergisteren toch gebeurd. Ik ben van mijn geloof gevallen.
Een poos geleden hing er een inschrijflijst in de docentenkamer. Voor het personeelsfeestje. Personeelsfeestjes op onze school zijn, zeg maar, ehm.. van die memorabele gebeurtenissen.
Docenten die doorgaans keurig en fatsoenlijk hun voorbeeldfunctie vervullen, mogen los. Helemaal los. Met drank en vermaak en alles.
We zouden iets sportiefs gaan doen. Daar ben ik al niet van.
Maar het zou ‘hilarisch’ zijn. ‘Echt lachen’. Een verrassing dus.
Ik kan het goed vinden met Outlet. Ze zit in de organisatie van de personeelsfeesten. Dat doet ze goed.
Al snel had ik losgepeuterd dat we met een bierfiets zouden gaan fietsen. Een bierfiets!
Soms zijn ideeën niet zo goed. Een bierfiets. Dat zou ik dus niet gaan doen. Net als dat ik geen pleepottenrace ga doen. Of in een Piet Plezier ga zitten.
Ik vroeg of ik later kon aanschuiven. Dat idee werd me niet in dank afgenomen. Ik moest niet zo flauw doen, en gewoon meegaan.
Na serieuze twijfel heb ik me dan toch ingeschreven. En vrijdag was het zover.
Op het station stonden de twee Draken van bierfietsen klaar. Knalgeel.
Toen we gingen fietsen, bleek al heel snel dat ik het eng vond. Maar echt!
Krampachtig hield ik me vast aan één van de palen binnenin de fiets. Ik was bang dat we achterover zouden vallen. Of dat we zouden kantelen. Of dat we ergens tegenaan zouden rijden.
We vertrokken vanaf het station. Dat is midden in de stad. Met veel verkeer. En afgezien van het feit dat je dus gruwelijk voor lul zit op zo’n fiets, is het ook nog een keer levensgevaarlijk ook.
Outlet zat achter het stuur en mocht niet drinken. Wij wel. Wij hoefden alleen maar te trappen.
Héél verschrikkelijk hard. Drie uur lang. DRIE UUR!
In het begin mopperden we. Het was te zwaar. Poepoe. ‘Hoe ver is het nog?’ en ‘Zijn we al in Geldrop?’ waren de meest gestelde vragen.
De eerste bult was een hel. Klotsende oksels, al voor we Eindhoven uit waren. Maar we zetten door. Wij. Bikkels.
We fietsten richting de Berenkuil. Dat is heel erg bult op. En daarna heel hard bult af. En áls we dan lekker vaart hadden, trapte Outlet ongenadig op de rem.
Op een gegeven moment hadden we de smaak te pakken. Het bier en de wijntjes vloeiden rijkelijk. We zongen liedjes en zwaaiden naar de mensen langs de kant van de weg. Ze maakten foto’s en video’s. Veel mensen toeterden vanuit hun auto. Of stonden achter de gordijnen te blieken naar wat er nu weer voorbij kwam. Mensen die lekker op hun balkonnetje zaten, staken hun duimen op als we voorbij kwamen.
Er rees een gevoel van saamhorigheid. Van ‘Wij docenten van ASC’. Van ‘Zie ons nou eens aardig en vriendelijk doen naar de mensen terwijl we op zo’n suffe bierfiets zitten’. Van ‘Bedankt auto’s, dat jullie ons voorlaten op kritieke kruispunten zonder stoplichten’.
Eenheid en harmonie. Zoals dat hoort bij een goed team. Want dat zijn wij. Een goed team.
We passeerden drie begraafplaatsen. En hoeveel wijn en bier er ook al doorheen was… de muziek ging uit en we waren stil.
We passeerden een oranjebuurt. Met vlaggetjes en entourage. We zongen ‘Olé, olé’. En ik deed mee. Net zo hard als iedereen.
De fietstocht vloog voorbij. Door de prachtige natuur. Langs koeien, struisvogels, en pony’s. Door dorpen en langs flitspalen. We maakten nog een extra lusje. En daarna hadden we allemaal zadelpijn. En blauwe plekken. Vraag me niet waarvan, maar ze zijn er.
We gingen eten, deden een quiz en zaten in een gele schoolbus. We sloten af met een kroegentocht.
We praatten over levensdoelen. Over geraakt en aangeraakt worden. Over onvruchtbaarheid bij allochtone vrouwen. Over bruin zonder zon. En BH’s. En heel veel andere zin en onzin.
Het ging bijna niet over leerlingen, ouders of het vele werk wat we nog moesten doen voor de zomervakantie. Knap he?
Maar kom om op hé! ’t Is een personeelsfeestje!
Ik op de bierfiets. Wie had dàt gedacht.
En het was nog leuk ook.