Sollicitatiegesprek.
Afgelopen woensdag had ik een sollicitatiegesprek. Ja, heus.
Ik heb een leuke baan hoor, laat dat voorop staan. En die wil ik niet kwijt. Het was ook niet écht een sollicitatiegesprek. Maar wel iets wat er op leek.
Het is gewoon iets ehm… voor erbij.
Er komt binnenkort een nieuw krantje uit in mijn Dorp.
De Meneer van het Krantje had zijn oog laten vallen op mijn verhaaltjes.
En toen had hij bedacht, dat het wel leuk zou zijn als die in de krant zouden komen.
Ik wist het zo net nog niet. Ik belde mijn moeder. Ze vond het énig.
Via Twitter werd contact gelegd. We maakten een afspraak. Ik kende de Meneer van het Krantje niet, dus ik vroeg of hij een krant onder z’n arm wilde dragen. Of een roos in zijn mond. Dat zou hij doen.
Het was lekker weer. Ik ging op de fiets.
We spraken af op het terras in mijn Dorp. We praatten over de krant en de inhoud daarvan. We dronken koffie en thee en namen het krantje door. We dropten wat namen en toen begonnen de keiharde zakelijke onderhandelingen.
Maar ja. Zoals dat gaat met schrijvers en krantjes he? Er is geen geld. Of nou ja, een beetje.
Het is natuurlijk allemaal nieuw. En we moeten even zien hoe de bal rolt. En wat het gaat brengen. En of de mensen het leuk gaan vinden. En of er adverteerders willen komen.
Het krantje moet vooral gezellig worden.
De euforie begint op pagina 2 met rouwadvertenties. (Ik hou persoonlijk heel erg van rouwadvertenties. Ze mogen van mij op de voorpagina, maar dat terzijde.) Er komt sport in, en interviews. Leuke artikelen en columns. Puzzels en winacties. En de agenda. Nou ja, alles wat een fatsoenlijk dorpskrantje betaamt eigenlijk.
Oh. En er komt een online versie. Met Facebook en Twitter en alles.
Ik ga dus mijn bijdrage leveren. Ferme Vrouw is voortaan ook te lezen op papier.
Bizar hè?
De Meneer van het Krantje ziet me voor zich op pagina 6. Met de pet-foto. Lekker anoniem. Dat vind ik fijn.
En verder mag ik het allemaal zelf weten.
Artistieke vrijheid, heet dat.
Ik ga het meemaken.
En jullie ook.