Ik moest vroeger áltijd naar school. En als ik ziek was moest ik het ‘eerst proberen’. En als ik dan toch ziek was, dan moest ik in bed. Zonder TV of gezelligheid.
Ziek = ziek.
(Dit klinkt heel Spartaans, maar het was wel warm en zo hoor. En geborgen en veilig en fijn en alles en ammel.)
Dat maakt wellicht ook dat ik me vrijwel nooit ziekmeld als ik ‘grieperig’ ben. ‘Niet aanstellen’, denk ik dan. ‘Je kan nog rechtop lopen.’
Pas ziekmelden als je kotsend boven de plee hangt met koorts. Anders niet.
Paracetamollen en Advils doen namelijk wonderen en bijkomen kan je weer als je thuis bent. Als je geluk hebt kan je best iets eerder naar huis. Soms.
Het is trouwens altijd ‘bijna weekend’ en dan kan je in bed blijven liggen.
Veel mensen hebben diezelfde drive bij ons op school. Iedereen is een beetje door het arbeidsethos geïndoctrineerd. Eigenlijk durft niemand zich ooit ziek te melden. Want dan moeten collega’s jouw lessen overnemen. Dat wil je ze niet aandoen. Het is allemaal al druk genoeg. Bovendien krijg je na een halve dag ziek thuis de vraag of je morgen weer komt werken. Ook een reden om gewoon maar te gaan.
Maar nu ligt er dus een brief van ‘de directie’ in de mailbox. Het RIVM vraagt inwoners van Noord-Brabant met een verkoudheid, die hoesten of koorts hebben hun sociale contacten zo veel mogelijk te vermijden en dus thuis te blijven.
Ik lees de zin een paar keer. Het gaat niet om alle drie de symptomen tegelijk. Want er staat ‘of’ tussen.
Dus óf als je verkouden bent, óf hoest, óf koorts hebt moet je thuisblijven.
Ik ben verkouden. Ik heb een snotneus die ik af en toe ophaal of snuit. Ik kan de meeste tijd nog ademen door m’n neus. Ik hoest af en toe.
Geen haar op m’n hoofd die eraan zou denken om thuis te blijven. No way.
En het kán toch ook niet? Dan zou 80% van de bevolking thuis moeten blijven. Wie snottert er niet momenteel? Ik bedoel, het is winter, we hebben net carnaval achter de rug en kunnen af en toe best zonder jas naar buiten.
Officieel zou ik dus niet mogen gaan werken.
Jawel, thuis. Voor zover dat kan als je juf bent. (Wel de ultieme kans om ‘je administratie’ bij te werken. En de rapportbesprekingen voor te bereiden. En je lessen. Of de OPP’s invullen. Maar dat terzijde.)
Ik heb geen koorts. Ik ben niet in Italië geweest. Ik heb geen huisgenoten, dus die ook niet. Ik heb geen contact gehad met coronapatiënten.
Ik heb vandaag contact gehad met een collega. Die moet ook thuisblijven. Want die hoest ook. En ik weet dat er meer zijn. Een groot deel van de lessen zouden morgen uitvallen als al die collega’s thuisblijven. Nee. Dat kan toch niet. Een béétje docent laat dat niet gebeuren. Toch?
Dus. En nu?
Heel gek dit.
Gelukkig heb ik nog een halve zondag om erover na te denken.