Ik ga nooit op vakantie. Ik heb heimwee.
Maar toen ik nog maar een klein beetje heimwee had, ben ik op wintersport gegaan.
Ik. Met géén conditie en de souplesse van een hark.
Ik had natuurlijk nog nooit geskied, maar ik ging een poging wagen. Met 20 mensen in een groot vakantiehuis in Tsjechië. Spindleruv Mlyn om precies te zijn.
Het is al lang geleden. Ik had nog een Nokia 6510. De euro was nét ingevoerd. We gingen met auto’s. Het was eng. Met sneeuwkettingen enzo.
Natuurlijk had ik me opgegeven voor ski-les. De skileraar was láng niet zo handsome als een skileraar hoort te zijn. Het was gewoon een Tsjechische boer die in de winter bijverdiende met skilessen. Dat was een tegenvaller. Maar oké, hij kon goed skiën en hij leerde ons de eerste stapjes.
Het duurde sowieso al even voordat ik in de gaten had hoe het allemaal werkte, maar toen ik m’n ski’s eenmaal aan had, en éindelijk rechtop stond, gleed ik weg. En ik ben een ferme vrouw. Dat was 10 jaar geleden ook al. Als de massa eenmaal op gang is, ben ik niet meer te stoppen. Zeker als ik nog niet geleerd heb om te remmen.
Dus.
Een man zag me al van ver aankomen. Ik kon niet remmen en niet sturen. Dus ik vloog recht op hem af. ‘Flug!’ riep de skileraar nog. Maar ik wist echt niet wat hij bedoelde. Ik schreeuwde, gilde en zwaaide niet zo heel gracieus met m’n armen.
Met een knal kwam ik tegen de man aan. Hij viel ook. Samen lagen we op de grond. Hij was overigens wel heel mooi. Zo’n echte lekkere. Met een bruine kop. Zo één waar je écht niet lomp tegenaan wil vallen. Zeker niet, als je als een jong hopeloos hertje niet meer overeind kan komen.
Hij stond vrij snel weer op. Ik niet. Ik lag nog te stuntelen met die ski’s. Met m’n benen in een hele rare positie. Hij wilde me nog overeind helpen, maar dat ging niet zonder slag of stoot. Ik schaamde de ogen uit m’n kop.
Op m’n beste Duits bood ik m’n entschuldigungen aan en ik droop weer af. Terug naar het klasje.
Nou, en toen kon de pret beginnen. En het viel niet eens tegen!
Ik wil niet opscheppen ofzo, maar ik kon het eigenlijk best goed. De skileraar zei in zeer gebrekkig Engels: ‘Tomorrow you can go up the mountain’. Ik was blij.
De volgende dag leerde ik ‘een vorm van’ sturen en remmen. Nou ja. De basisbeginselen he? Niet zo stoer met twee benen naast elkaar, maar gewoon in een V-tje. Zonder stokken.
Nou en toen mocht ik, met een select gezelschapje natuurtalenten, ‘up the mountain’. En dat deed ik ook. Met een gigantische lift naar de top van de berg.
En toen ging ik dus als een dolle naar beneden. De bochten kreeg ik maar amper voor elkaar. En ik ging ongenadig hard mensen! Niet normaal. Ik had mezelf totaal niet onder controle. Gelukkig kwam ik weinig mensen tegen onderweg.
De skileraar had verteld dat de ervaren skiërs altijd wijken voor de stuntelaars. Die gedachte hield me op de been. Het was eng! Ik ging harder en harder. M’n hart klopte in m’n keel. Ik suisde knoerthard van de piste. Ik maakte er ook geluid bij. Iets met ‘oooh’ en ‘oeoe’ en ‘aaah’. Ik was bang. Héél bang. In no-time stond ik weer beneden. Ik bibberde. Ik denk dat er een soort adrenaline is losgekomen. Ik ga eigenlijk alles wat adrenaline opwekt altijd uit de weg. Maar dit keer ontkwam ik er niet aan. Het was gruwelijk.
Ik ben niet gevallen (Ja, dat snap ik zelf ook niet) en dat was voor mij wel een teken dat ik natuurlijk écht heel goed kon skiën.
Een soort van natuurtalent. Latent aanwezig zeg maar. Nooit benut. Eeuwig zonde. Gemiste kans.
De week vloog voorbij. Overdag een paar keer naar beneden en natuurlijk de apres-ski. Heel veel goedkoop eten en nog meer goedkoop drinken.
Toen we bijna naar huis mochten, werd er ingebroken in het grote vakantiehuis. Van 20 mensen was alles meegenomen. Brillen, geld, telefoons, trouwringen, sieraden, paspoorten, noem maar op.
De volgende dag zaten we van 9 tot 17 uur met z’n twintigen op het lokale politiebureautje. De politie deed héél moeilijk en vervelend. En de dag dáárop moesten we naar de Grote Stad om nieuwe paspoorten te halen.
Het was een drama.
Mijn voortvarende ski-acties stonden natuurlijk allemaal op film. En er zijn tig foto’s gemaakt. Maar ook de camera’s waren gejat. Dus ja. Er is geen bewijsmateriaal meer.
Het was de eerste, en meteen ook de laatste keer dat ik ben gaan skiën.
Ik weet ook niet zo goed waarom.
Ik vond het eigenlijk best leuk. Achteraf gezien.