Sybrand van Haersma Buma wil dat kinderen op school weer het Wilhelmus gaan zingen. Staand. Met hun hand op hun hart. Nee, dat laatste weet ik niet zeker hoor.
Maar zo zag ik het voor me. Een klas van 25 tot 30 kinderen die allemaal braaf naast hun tafeltje staan, met hun hand op hun hart. De meisjes hadden twee vlechtjes en brave jurkjes aan. De jongetjes een pispottenkapsel of een zijscheiding. Ze droegen korte broekjes en hoge sokken.
Van petten, sneakers, half afgezakte broeken, trainingspakken, badslippers, Louis Vutton-tasjes en gouden kettingen was in elk geval geen sprake.
In mijn hoofd dan he?
Ik probeerde me er iets bij voor te stellen. Hoe dat dan bij ons op school zou gaan. Ik neem aan dat het dan in de ochtend moet. ’s Middags stuitert de helft namelijk naar buiten omdat de Ritalin is uitgewerkt en iedereen ‘klaar’ is met alles wat ‘in het gareel’ is of moet. In de ochtend komt de helft te laat. En als ze weten dat ze het Wilhelmus moeten gaan zingen, helemaal.
‘Jongens, we gaan het Wilhelmus zingen!’
‘Ja leuk, juf! Zo’n fijn bruisend vrolijk volksliedje! Echt heel leuk om de dag mee te beginnen’.
Niemand.
Zélfs mijn eigen, lieve, brave klasje niet. No way.
Iedereen zou zuchten en mopperen en het Wilhelmus de tyfus wensen.
‘Ja, kom op jongens, niet zo flauw. Het moet van de overheid.’
‘Ik laat nog 1 keer de tekst op het digibord zien, maar ik verwacht morgen wel dat jullie het allemaal uit het hoofd kennen he?’
We zouden allemaal de karaoke-versie op ons bureaublad hebben. Elke morgen opnieuw zou het Wilhelmus uit alle speakers schallen.
Vanmiddag waren we een beetje aan het kwallen. We zaten midden in de afsluiting van de dag en hadden nog een paar minuten over en de klas had, zoals gewoonlijk, hard gewerkt. Er werd geopperd om een potje te gaan kaarten. Ik moest opeens denken aan het Wilhelmus-plan van Van Haersma Buma.
Op dat moment kwam Co binnen.
‘Weten jullie dat Van Haersma Buma wil dat jullie dagelijks het Wilhelmus gaan zingen?’ Ik riep het door het geklets van de kids heen. Opeens werd het stil. Ergens hoorde ik een verwonderde ‘Wie?!’ en daarna ‘het Wilhelmus?!?’
Co stond achter in de klas en zette haar tas neer. Ze legde haar hand op haar hart en deed haar ogen dicht. Ze zette het Wilhelmus in.
Een paar kinderen gingen staan en meteen volgde iedereen. Ook ik.
We zongen het Wilhelmus. Allemaal. Uit volle borst. Nou ja, de eerste twee regels dan he? De rest kenden ze niet. Gelukkig hebben Co en ik het hele Wilhelmus wél in ons hoofd zitten, dus wij gingen nog even door.
Iedereen had fun. We moesten lachen. En daarna riep iedereen hoe belachelijk het was. ‘Elke dag, juf?’
Ik wist het niet. Of het nou elke dag moest, of een keer in de week. Geen idee. Over het #hoedan is Van Haersma Buma nog niet duidelijk.
Ze vonden het geen goed plan.
Het Wilhelmus is alleen maar leuk als PSV landskampioen is geworden. Of als Nederland wereldkampioen is. Of als we goud winnen. Of een etappe in de tour.
Niet in de klas. En helemáál niet elke dag.