Eens in de zoveel tijd dan poppen ze overal weer op; de blauwe plekken van de zuigzoenen.
Ik moet daar altijd om lachen.
Van de week kwam de eerste griet op school aan met een dikke pleister in haar hals. Op de vraag wat ze gedaan had kreeg ze een rood hoofd. ‘Gestoten aan het keukenkastje, juf’. Ze bedekte de pleister meteen met haar hand. Een rood hoofd volgde. En gegiechel.
Meteen weet je dan dat er een dikke plek van een zuigzoen onder zit. Omdat je dat vroeger zelf ook had. En omdat je toen hetzelfde deed. Smoezen verzinnen. Proberen alles te verbergen voor je ouders en docenten. Terwijl de hele wereld weet wat er aan de hand is.
Ik vind dat grappig.
‘Nee! Het is een zuigplek, juf!’ schreeuwden de jongens om haar heen.
‘Ach, hou je bek man!’
Hoewel ze er best trots op zijn, schamen ze zich er ook altijd een beetje voor. Ze zijn altijd een beetje ehm… prikkelbaar als ze er op aangesproken worden. Of nou ja aangesproken… het is meer uitlachen. Toelachen. Ik weet eigenlijk niet wat het is.
Een dag later volgen er altijd meer. ‘Gekrabd door m’n broertje’, ‘de hond/kat haalde uit’ of ‘muggenbult opengekrabd’ zijn de meest voorkomende smoesjes.
Stelletjes gaan het ook proberen. Enig. Weten we meteen wie-met-wie is.
Jammer voor de leerlingen dat het afgelopen woensdag 25 graden was. Geen temperaturen om je nek te verbergen in een sjaaltje.
Gelukkig hebben sommige meiden lang haar. Fijn om van alles onder te verstoppen.
Bij jongens is dat wat moeilijker. Hoewel een opstaand kraagje aan een polo best leuk is. Om een zuigplek te bedekken dan he?
Ik had ooit eens een jongen in de klas die ook mee wilde doen aan de toch wel interessante rage.
Hij had geen vriendinnetje, maar wilde natuurlijk niet achterblijven.
Toen de eerste zuigplek was verschenen bij iemand anders, had hij er de volgende dag ook één.
Een prachtige perfect ronde zuigplek stond in z’n nek. Iets groter dan normaal, dat wel.
Grote verhalen vertelde hij. Over z’n nieuwe meisje. En hoe gezellig het gisteravond was geweest.
En hoewel het een klein opdondertje was, was hij in de pauze de grote man. Iedereen stond om hem heen.
Tot een docent hem vroeg of dat het pijn gedaan had, zo met de stofzuiger…
De jongen baalde. Honend gelach van medeleerlingen. Dit kon natuurlijk niet! Het was, al met al, een kansloze missie.
Ik denk dat het de laatste keer is geweest dat hij een zuigplek in z’n nek heeft gezet. Met de stofzuiger in ieder geval.
Nee. Zuigplekken moeten echt zijn. En gezet door een ander.
Anders telt het niet.