Morgen word ik veertig.
13 maart 1974. Het was een doodsaaie dag. Het was koud, en half bewolkt.
Er is op die dag niks spannends gebeurd.
HE-LE-MAAL NIKS.
Morgen word ik veertig.
13 maart 1974. Het was een doodsaaie dag. Het was koud, en half bewolkt.
Er is op die dag niks spannends gebeurd.
HE-LE-MAAL NIKS.
Mijn moeder las vaak voor.
Jip & Janneke, en dan met name het verhaaltje over ‘de Walvis’, waarin een ‘Lien’ voorkwam, was favoriet. Lien was de werkster bij Jip (of Janneke; dat weet ik niet meer).
Later waren Pinkeltje en Wipneus & Pim favoriet. Mama kon ook heel goed heksenstemmetjes nadoen. En ik vond het serieus spannend.
Na een dagje Lampegat, twee dagen Skon Orregat en een ‘recoveryday’ omdat ik niet meer kon praten, ben ik gisteren in Oeteldonk geweest.
In de krochten van een hotel op de Markt was het bal. We zouden liedjes zingen.
Saamhorig en gedwee.
Na een avondje lekker eten en wijntjes drinken besloten Tuinkabouter, Moraal en ikzelf als de drie AAA-tjes naar de Bonte Avonden in ons Dorp te gaan. Voor het eerst sinds jaren, want we hadden de Bonte Avonden eigenlijk afgezworen. (Hoe dat kwam, lees je hier).
Maar… een gezellige avond op stap met z’n drieën, was een goede reden om dat overboord te gooien.
Moraal en ik hadden de Bonte Avonden van ons Dorp al jaren geleden afgezworen.
Tot een paar jaar geleden was het THE place to be. Als je niet naar de Bonte Avonden was geweest, dan telde je niet mee. Het hele dorp sprak erover. Het was altijd in no-time uitverkocht.
Dus braaf draafden we op. We lagen in de rij voor kaarten. Geen stoelnummers, dus wie het eerst komt, die het eerst maalt. Alles voor een goede plek.
Ik hou ervan. Valentijnsdag.
Elk jaar is het weer spannend. Of er ergens een stille aanbidder zit te hunkeren. Of de bloemist nog aan de deur komt. Hoeveel kaarten er in de brievenbus liggen.
Het resultaat is elk jaar enigszins, nee, ronduit teleurstellend.
Ik ben vergeetachtig.
Dat is zorgwekkend, want een paar jaar geleden was het nog lang niet zo erg als nu.
Ik takel af. Het zal de leeftijd wel zijn.
Ongeveer tien jaar geleden had ik twee nablijvers.
Het waren serieus leuke leerlingen. Twee grappige mannekes bij elkaar. Voor het gemak zullen we ze Jeffrey en Rodney noemen.
Ze hadden geen straf, maar ze hadden hun huiswerk niet af. En dat moesten ze na school even in orde maken.
Vorige week kregen we een nieuw klassenboek.
De laatste jaren doen de meeste mentoren ernstig hun best om daar wat leuks van te maken.
Natuurlijk (democratisch en vriendelijk als wij zijn) vragen we altijd aan de klas wat ze er graag op willen hebben. Meestal komt er geen reactie, en kunnen Co en ik (wij zijn samen mentor van onze klas) lekker onze gang gaan.
Af en toe check ik de horoscoop online. Met vlagen he? Soms kijk ik wekenlang elke dag, en dan weer een half jaar niet. Ik geloof er eigenlijk niet zo in, maar aan de andere kant hoop ik altijd weer de gouden geluksregel te lezen. Zo iets van; ‘Koop vandaag een staatslot, Vis!’ en ‘Het gaat je voor de wind, pak nu je kansen!’
Ik had me al maanden niet meer bezig gehouden met de horoscoop. Tot vandaag.